Op 1 september jongstleden werd een fossiel kaakje van een hondachtige opgevist uit de Oosterschelde op 37,5 meter diepte. In die bodemlaag worden resten gevonden van dieren uit het Vroeg-Pleistoceen, zo’n 1,9 miljoen jaar geleden. Daarmee is dit de oudste hond die ooit in Nederland gevonden is.
Op 4 oktober legt de 12-jarige Kevin Schot het kaakje in de vitrine. Hij is één van de jongste opvarenden van het schip waarmee het kaakje is opgevist. Dit gebeurde tijdens de jaarlijkse fossielenvistocht van het genootschap Kor en Bot.
Het oerlandschap van de Oosterschelde was 1,9 miljoen jaar geleden een subtropisch bos met moerassen, rivieren en open graasplekken. Er leefden mammoeten, mastodonten, neushoorns, herten en zebra-achtigen. Deze hondachtige is naast de sabeltandtijger en de hyena de derde vleeseter die nu bekend is uit dat tijdperk. Aan de puntige tanden is te zien dat het een roofdier was.
Het fossiele kaakje is één van de belangrijkste vondsten in de 62-jarige geschiedenis van het genootschap Kor en Bot. Sinds 1950 stelt de familie Schot uit Zierikzee hun mosselkotter eenmaal per jaar gratis ter beschikking aan wetenschappers en liefhebbers die naar fossielen willen zoeken op de bodem van de Oosterschelde.