Prehistorische hond speelde met mammoetbot

In Predmosti (Tsjechië) zijn de resten van drie honden uit het Paleolithicum gevonden. Eén van deze honden heeft een stuk mammoetbot in zijn bek. Het bot is daar waarschijnlijk voor de begraving geplaatst door een mens, om de ziel van het dier te “voeren” op zijn reis naar het hiernamaals. De dieren hadden een leeftijd van 4 tot 8 jaar en veel gebroken tanden.

Het stuk bot komt qua dikte overeen met botten van neushoorn, steppewisent en mammoet en wordt door het overvloedig voorkomen van mammoetmateriaal op deze site toegeschreven aan de mammoet. Mietje Germonpré, palaeontologe aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen èn lid van de WPZ, en haar collega’s bestudeerden de resten. Zij keken daarbij voornamelijk naar de schedel om te bepalen of het hier ging om wolf, hond of iets daar tussenin. “De schedels hebben duidelijke kenmerken van domesticatie”, aldus Germonpré. Ze zijn significant korter dan die van wolven, met een kortere snuit en bredere hersenpan en gehemelte. De honden zelf zijn, met een gewicht van circa 35 kilo en een schofthoogte van tenminste 61cm, groot te noemen. De vorm van de schedel komt overeen met die van de Siberische husky, maar ze waren een stuk groter en zwaarder.

Gebaseerd op wat er bekend is van de cultuur van de paleolitische mens en de kenmerken van de resten, denken de onderzoekers dat deze honden werden ingezet voor het halen en trekken van vlees, botten en stoottanden van de mammoet slachtvelden, als ook het transporteren van brandhout en gereedschap. Omdat mammoetvlees waarschijnlijk het grootste deel van het menu uitmaakte, is het aannemelijk dat de honden de restjes werden toegeworpen.

De hersenen van de honden zijn na overlijden uit de schedel verwijderd. Waarschijnlijk niet om op te eten, maar om een ritueel uit te voeren voor het vrijlaten van de ziel of geest. “Veel inheemse volkeren in het noorden geloven dat het hoofd de ziel bevat. Sommige van deze mensen maken een gat in de schedel van het overleden dier om de ziel vrij te laten”, legt Germonpré uit.

Rob Losey, professor in anthropologie verbonden aan de Universiteit van Alberta, vindt de studie erg overtuigend. Het geeft aan dat het domesticatieproces van de hond al duizenden jaren eerder begon dan altijd werd gedacht. De behandeling door de paleolitische mens die sommige van de hondenresten hebben gekregen, duiden op een speciale band tussen mens en hond, lang voor het eerste eenduidig bewijs van menselijke begravingen van honden.

Bronnen: Discovery News & Journal of Archaeological Science

Geef een reactie