Grote verzameling fossielen ontdekt in Californië

Een Amerikaans nutsbedrijf dat ten zuidoosten van Los Angeles in een droge vallei een transformatorhuisje wilde neerzetten, heeft op die plek een ware schat aan fossielen van zo’n 1,4 miljoen jaar oud gevonden. De vondst is van grote waarde voor het invullen van leemtes in de geschiedenis van het zuiden van Californië. Er zijn bijna vijftienhonderd botfragmenten gevonden, onder meer van de reusachtige voorouder van de sabeltandtijger, grondluiaarden zo groot als hedendaagse grizzlyberen, twee soorten kamelen en meer dan twaalfhonderd botten van kleine knaagdieren. Daarnaast zijn er waarschijnlijk nieuwe soorten herten, paarden en lama’s ontdekt. Uit plantenresten blijkt dat in dit droge gebied eens berken, vijgenmoerbeien, pijnbomen, riet en eiken groeiden. De fossielen van in totaal 35 diersoorten zijn inmiddels verwijderd en worden volgend jaar tentoongesteld.

Volgens onderzoekers vullen de ontdekkingen leemtes in over het klimaat en het ecosysteem in het gebied tijdens de geologische Irvingtonische periode, van 1,8 miljoen tot 300 duizend jaar geleden. De fossiele botten zijn ongeveer een miljoen jaar ouder dan de eveneens belangrijke vondst van botten in de La Brea-teerputten in Los Angeles, zei Rick Greenwood, microbioloog en directeur milieu en veiligheid van elektriciteitsbedrijf Southern California Edison. “Iedereen heeft het altijd over de La Brea-teerputten, maar ik denk dat dit wetenschappelijk gezien van veel grotere invloed is voor de onderzoeksgemeenschap.”
“Sommige dingen die ik zelf fascinerend vind, zijn de prehistorische kamelen, lama’s, paarden en herten”, vervolgde hij. “Ik denk dat de meeste mensen echt geen idee hebben dat dergelijke dieren hier meer dan een miljoen jaar geleden liepen.” “We hebben een vaag beeld van hoe de evolutie van zoogdieren verliep in deze periode”, aldus Tom Demere, paleontoloog van het natuurhistorisch museum van San Diego. “Een ontdekking als deze kan echt een belangrijke bijdrage leveren.”

De fossielen werden gevonden in de San Timoteo Canyon, in een deel van een oude riviervallei op zo’n 140 kilometer ten zuidoosten van Los Angeles. De regio is tegenwoordig stoffig en droog en ligt in de schaduw van het San Bernardino-gebergte in het noorden. Maar een miljoen jaar geleden was het een weelderig gebied, aldus archeoloog Philippe Lapin. Paleontologen denken dat de botten bewaard zijn gebleven omdat dieren mogelijk vast kwamen te zitten in een moeras of op een modderige rivierbedding. Sommige dieren kunnen hierbij ten prooi zijn gevallen van roofdieren, terwijl andere wellicht niet in staat waren zich uit de modder te bevrijden.

Geef een reactie